logo

schemer

schemer

Kobaltblauw is mijn lievelingskleur.
Het is de kleur van de lucht, vlak voordat het donker word. Let maar eens op.
Het is vlak nadat de zon ondergaat en schemer zijn intrede doet en het is prachtig.
Ik las ooit een gedicht van Pablo Neruda waarin hij schrijft over liefde en die mij doet denken aan deze kleur van lucht.
Hij schrijft:
‘I love you as certain dark things are to be loved,
in secret, between the shadow and the soul’.
Ik vind dat zo mooi, alsof ik mij in een schemerzone bevind. Alsof ik daar echt ben. Prachtig en stil.
Scherp genoeg om je te zien, maar vind ik je ook? En meer nog, kan ik jou dan voelen?
Ik hou hier van en ik denk hier over na.
Ik hou van schemer, het lijkt donker, maar er is nog zoveel kleur.
Ik laat me erdoor vervoeren en ik droom erbij weg. Soms letterlijk en figuurlijk.
Schemer lijkt een magisch soort ‘iets’. Ongrijpbaar. Net als jij. Net als ‘ons’.
Maar schemer kan ook plat gezegd zijn ‘daar waar ik jou wil ontmoeten’.
Met jou wil afspreken. Ergens buiten. Als het bijna donker is. En waar niemand het ook maar iets uitmaakt. Dat wij daar zijn.
Waar zal ik je dan zien?
Hou jij van buiten?
Durf jij dat ook?
Kus je me?
Voel je me?
Vinden we dat ene plekje?
Weet je wat ik daarmee bedoel?
Zie jij het voor je?
Ergens daar.
Op een plek waar niemand ons ziet. En niemand ons vindt.
En waar we kunnen tongen. Kreunen. Tegen elkaar op rijden.
Waar ik je erectie door je broek heen kan zien, maar ook voelen.
Waar ik er met mijn hand in kan, en je pik aanraak en zachtjes, maar geil in je eikel knijp. Waar ik je stil en ingetogen aftrek. Terwijl we verder zoenen en ik zo nat word of ben (en eigenlijk heel eerlijk gezegd reeds was, alleen al bij de gedachte dat ik je ga zien, echt).
Waar ik mijn broek naar beneden kan doen. Een slipje draag ik niet. Omdat ik hier min of meer op voorbereid ben (ik schrijf min of meer, omdat als ik echt echt echt voorbereid was, ik wel een rokje aan had gedaan).
Maar. Bovenal. Nu. Terug naar die plek. In het half duister. Schemer, zogezegd.
Waar ik voor je sta en buk.
En waar je met jouw vingers in me gaat.
Terwijl je je pik richt.
En in me stoot.
Waar je me staand neukt, niet eens tegen een muur. Ik sta vast en gewillig, perfect, toch?
Mijn benen gestrekt. Mijn handpalmen op de grond.
Precies daar, ergens in het half donker, tussen schaduw en de ziel, maken wij er geen geheim van.
Ook al schrijft iemand dat nog zo mooi. Wij doen het juist (niet).

N/A

Alle illustraties door Puck Rietveld

Comments are closed.